Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten





Contact  

Spek & bonen

Ze had zich heel de avond rustig weten te gedragen
De hele avond had ze nog geen woord gezegd
Ze had alleen een korte blik op het menu geslagen
En zwijgend de menukaart naast haar bord gelegd
De ober vroeg of wij een keuze hadden kunnen maken
En ik besloot te kiezen voor een parelhoen
Niet wetende dat zij daar zo van overstuur zou raken
Want zij begon opeens ontzettend raar te doen

Wat! Jij rat! Zo'n beestje laten slachten!
Nou ik zit niet te wachten op een bloedbad voor m'n neus
Snel! Bestel fatsoenlijk een salade
Want als ik dat moet gadeslaan dan word ik doodnerveus
Het is toch vals zoals ze al die dieren fokken
In veel te krappe hokken, dat zo'n beest er haast in stikt
Daar, barbaar, moest jij je op bezinnen
Voordat je zomaar in een weerloos parelhoentje prikt!

Ik had me zo verheugd op een royaal gedekte tafel
En mij een kist sigaren uit de mond gespaard
Maar niet voor sla of vleestomaten of een muesliwafel
Een kaastaart, een spinazietaart of worteltaart
Een grapje over sojabizons kon haar niet behagen
Ze wist dat soja niet van sojabizons kwam
En kapte mijn betoog af over lang vervlogen dagen
Toen men alléén maar vlees nam op z'n boterham

Toen, ja oen! Toen waren we nog apen
Maar nu zijn we rechtschapen en weldenkend en beschaafd!
Pik! En ik kan toe gaan zitten kijken
Hoe jij jezelf aan lijken van vermoorde dieren laaft!
Het is beroerd, jij ploert, wat jij me durft te flikken!
Ik hoop dat je zult stikken in je parelhoenfilet!
Nou, met jou ga ik niet meer uit eten!
Ik eet niet met gewetenloze dierenbeulen mee!

Ten slotte liep ze weg op haar gehakte plastic schoenen
De ober zei geen woord maar keek me vragend aan
Ik zei: Bij nader inzien, doe maar twee van zulke hoenen
En binnen een kwartier had ik ze voor me staan
Er lag wat peterselie naast, gelukkig maar een toefje
Ik had de keuken toch wel aardig ingeschat
De eerse hap bewees tot mijn voldoening, want dát proef je
Dat deze prooi tenminste flink geleden had.


Kees Torn  1967
Uit: Inkijkexemplaar.Nijgh & Van Ditmar 2003

Bij elk sigaartje dat ik rook
Denk ik aan jou maar anders ook