De Herculessculptuur van Novius Vindex Eens liep ik, om mijn zinnen te verzetten en mijn hart verlost van dichtkunst, doelloos op het Marsveld. Het werd al nacht, toen Vindex mij te eten vroeg. Dat heeft zich diep in mijn herinnering vastgezet en blijft bewaard, want wij belastten onze maag niet met amuses, niet met oosters luxevoedsel of wijnen welhaast ouder dan de staatsarchieven. Ach stakkers, die benieuwd zijn of fazanten anders dan kraanvogels smaken, welke gans het snelst aan vet wint, waarom Toscaanse ever Umbrische overtreft, welk zeewier glibberig zeebanket het zachtste bed biedt. Plezier, oprechte vriendschap en gesprekken over de dichtkunst maanden ons die winternacht door te halen en zachte slaap uit onze ogen te verbannen, totdat de tweeling* weer de Hades in- en uitging, de dageraad de dis van gisteren verlichtte. Publius Papinius Statius (40-96) uit: Rondom Rome en Napels (DAMON, 2024) |