Voor Winkels die Ordinaire houden.
1. In het Ordinaire,
Hler Schaftmen voor een hong’rig
mensch,
Ten een uur, naar des gastens wensch,
Gerooft, gezoden, of gebraden,
Gelijk de gasten willen laden.
2. In het Middag-maal.
Hier kanmen 's middags smaaklijk eten,
De beste Spijs, en raarste beten:
Dat van gedierten komen kan,
Voor Burgers, Boeren, Buyteman.
3. In het Schaf-maal.
Hier kanmen Schaffen, naar den tijd,
Gelijk de Spijs moet zijn berijd:
Het raarste, dat men kan bedenken,
Om beurs en lighaam niet te krenken.
4. In de Ordinaire Maaltijd.
Treed binnen, die niet t'huys kan eten,
Hier Schaftmen 's middags lekk're
beten:
Dat niemand beter schaffen kan,
Als ik sal schaffen yder man.
5. In het Burger-maal.
Hier Schaftmen 's middags naar de
moden,
Gestooft, Gebraden, en Gezoden;
Voor Heeren, Burgers, Boeren, Knegt,
Het besten, met een naargeregt.
6. In het een uurs Oordinaire.
Naar 't Ordinaire moetmen leven,
Als men de kost wil smaaklijk geven:
Waar toe een uur is aangelijd,
Dat Kost en Tafel is berijd.
7. In de Ordinaire Schaftmaal.
Ordinaire moetmen hier wagten,
Op een slag van de Stadshuys klok,
Dan mes enVurken, om te slagten,
Dat niemand later krijgt een brok.
8. In een uurs Ordinaire.
Ten een uur moetmen hier oppassen,
Om Ordinaire te Kis-kassen:
Waar toe de kost werd aangelijd,
Dat kost en drank staat toeberijd.
9. In het Ordinaire.
Het Ordinaire, datmen houd,
Is Soupaas, Hoenders, Kalfsvlees, Bout:
Somwijl gezoden en gebraden;
Gelijk de gasten mijn aanraden.
10. In het Ordinaire Schafmaal.
Ordinaire werd hier gehouden
Voor Heeren, Burgers, Jong en Ouden
Ten een uur staat de Tafel klaar,
Dat men kan Schaffen voor en naar.
Isaac
van den Berg
Uit: Het gestoffeerde Winkel en Luyfen Banquet 1693
|