Zout Wat zouden we zijn zonder jou? In ieder Geval niet het puntje van de tong, want Daar was jij al. Jij bent bedacht om in onze Wonden gewreven te worden. Jij stijgt ons Naar het hoofd. Kenners weten wat ik bedoel De zee zit barstensvol met jou, maar echt goed Smaak je op een eitje. Gebiologeerd kan ik naar Je kijken. Met je vriendjes in Jozo-pak Op tafel, Soms gooi ik je over mijn schouders, om Te zien waar je terecht zult komen. Jij bent De Falstaff onder de smaken. Maar wij misbruiken Jou. Pleuren je overal maar op, alsof je geen prins Bent, maar kanonnenvoer. Alles smaakt goed door jou Wie jou niet waardeert, waardeert zichzelf niet. Abdelkader Benali. (1975) Uit: Gedichten voor de zomer. Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003 |