Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  muisje

Voor het drinken de kurk uit.

Drinken werkwoord, middelnederlandsch drinken =
oudnederfrankisch drinkan, oudhoogduitsch trinkan,
(nieuwhoogduits trinken), oudsaksisch drinkan, oud-
friesch drinka, angelsaksisch drincan (engelsch to drink),
oudnoorsch drekka, gotisch drigkan, 'drinken', een alg.
germaansch sterk ww. Uit het duitsch komen italiaansch
trincare, fransch trinquer 'klinken, drinken'. Oorsprong
onzeker. Eén mogelijke etymologie is voorgesteld: indo-
germaans dhreng - is de genasaleerde basis dhreg -
vgl. oudindisch dhrájati 'hij glijdt voort, trekt op', oud-
noorsch drâk van 'streep'. De g kan palataal geweest
zijn, tenzij lett.dragát 'rukken'verwant is (zie echter
bij dragen). Drinken zou dan oorspr. 'naar binnen strij-
ken' zijn  (vgl. bij zwelgen).  Vgl. drank, drenken,
dronk, dronken.
   (Franck's Etymologisch Woordenboek der Neder-
landsche Taal; het aardigste boek uit 1929 dat ik heb.)

Morgenstond heeft touw in de mond.


Bron: Op de barkeeper beschouwd. Rinus Ferdinandusse 1931
Amsterdam Uitgeverij De Arbeiderspers. 1967