Een IJslands avondmaal in 1809 'De tafel was gedekt met voor elke gast een bord, mes en vork, een wijnglas en een fles rode wijn, verder stond er niets op tafel behalve in het midden een grote, fraaie suikerstrooier van glas met een magnifieke zilveren dop. De schalen worden steeds afzonderlijk opgediend; onze eerste gang was een grote terrine soep die in zwang is als voorgerecht bij maaltijden van de rijken, bereid van sago, wijn en rozijnen en zo doorgekookt dat die haast stroop is geworden. Hiervan kregen we twee maal een bord vol geschept dat we leegaten, niet wetend of er daarna nog iets kwam. Maar zodra de soep was weggehaald kwamen er twee grote zalmen op tafel, gekookt en in plakken gesneden, met daarbij gesmolten boter die er olieachtig uitzag en vermengd was met azijn en peper; ook dit smaakte voortreffelijk, en toen we met enige moeite ons bord hadden leeggegeten hoopten we dat het diner hiermee ten einde was. Maar neen, vervolgens werd er een terrine geserveerd met eieren van de kria, de grote stern, hardgekookt, waarvan we een dozijn op ons bord kregen; als saus werd hier een grote schaal gesuikerde room bij opgediend waarin vier lepels staken, zodat we allen uit de schaal aten die midden op de tafel was gezet. Moeizaam verorberden we onze eieren met room, maar zodra de borden waren afgeruimd kwam er een half geroosterd schaap op tafel, met een garnituur van zuring, dat de Denen lepelblad noemen, gekookt, gestampt en gezoet met suiker. En zelfs daarna was de koek nog niet op; na het schapevlees werd er een grote schaal wafels , zoals men ze hier noemt, opgediend, een soort pannekoekjes van tarwemeel, plat en gebakken in een wafelijzer met ruitjespatroon. De dikte van een wafel was iets meer dan een centimeter, het formaat octavo, Daarna werd brood, Noorse biscuit en roggebrood geserveerd: als drank was er alleen de bordeaux, we moesten allen tegen wil en dank de fles die naast ons bord stond legen, niet uit wijnglazen maar uit bekerglazen. De koffie was voortreffelijk, we hadden er nu toch wel enig vertrouwen in dat daarmee het feestmaal werd afgerond; maar nog was het niet afgelopen, want er werd een grote schaal rumpunch binnengebracht waarvan we rijkelijk werden bediend, bij elk glas werd een toost uitgebracht, Er kwam zelfs een tweede schaal op tafel, met moeite wisten we te voorkomen dat ook die geheel moest worden geledigd; dat lukte alleen doordat we onze mannen orders gaven de boot gereed te maken voor het vertrek, en nadat we dit buitensporige feestmaal hadden besloten met drie koppen thee per persoon, namen we afscheid en bereikten tegen tienen Reykjavik, maar waren pas geruime tijd later bekomen van de uitwerking van deze geheel onvrijwillige onmatigheid.' Sir William Jackson Hooker. 1785 - 1865 Uit: Journal of a tour in Iceland, in the summer of 1809. 1811 Bron: Brieven uit IJsland. W.H. Auden. Veen, uitgevers-Utrecht/Antwerpen 1990 Vertaling: Anneke Brassinga |