Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  muisje

Over konijn gestoofd

Het allerlaatste en allerbeste waarover ik schrijf is konijn gestoofd.
Een zondagsmaal, een koningsmaal. Terwijl mijn vrouw een  flinke brok
boter in de kastrol mept, er een ajuin of twee bijsnijdt en ook nog een
paar blokjes spek eraan toevoegt - o de geur, terwijl dit aan het bruinen
is! - stort ik me op het konijn om het in stukken te snijden.
Ik haal dan het grote broodmes te voorschijn en moet onweerstaanbaar
terugdenken aan mijn vader, die eerst nog bedachtzaam op de snede van
het mes kon kijken, en dan onveranderlijk zei: We moeten ons eens een
ander mes aanschaffen, want dit is niet best meer. Ja, dat hoorde ik hem
zijn hele leven zeggen, en nooit is er een ander mes gekomen, Het stond
uitgehold, bijna als een sikkel, door het voortdurend slijpen op de blauwe
drempelsteen.
De stukken konijn komt mijn vrouw dan onder mijn handen weghalen. Soms
wentelt ze die in de bloem en soms weer niet - heel veel verschil zal het dus
niet maken - en dan laat ze alle stukken even bruinen en terwijl we allebei
nog de neus eroverheen buigen, wordt het deksel op de kastrol gezet.
Nu zachtjes laten stoven en af en toe het deksel oplichten, niet zozeer om
tóch nog even de geur te laten ontsnappen, maar om nu peper, zout, geraspte
kruidnoot eraan toe te voegen, plus een laurierblad. Tenslotte de saus nog met
wat azijn aanlengen en nog eens voor de laatste maal laten doorkoken.
Ach, als het dan in een mooi opgeblonken kom op tafel komt, met de saus
eroverheen gegoten, dan is het uitkijken wat voor stuk je het eerst gaat
nemen. Neem jij maar eerst, zegt mijn vrouw dan, want ik geef niet zoveel
om konijn, een billetje is goed genoeg voor me. Jaja, dat geloof ik best, het
lekkerste is voor mij ook goed genoeg. Alhoewel, zelfs de stukjes van de
borstkas zijn en blijven eten der goden. Ik kan die ribbetjes aflikken zo-
als Chaplin de nagels uit zijn schoen, toen hij die uit honger gestoofd had.
De kop leg ik opzij. Die is dan voor later op de dag, koud, en met een boter-
hammetje.
En wat eet je nu bij konijn gestoofd? Het mogen kroketjes zijn, het mag puree
zijn, het mogen gewoon gekookte patatjes zijn - o dat eerste stukje aardappel
in de saus van gestoofd konijn! - en verder misschien erwtjes of pruimen gestoofd.
Maar de pruimen mag jij hebben, ik zal wel met het konijn genoegen nemen.


Louis Paul Boon
Uit: Eten op zijn Vlaams