Schildering van gewoonten en levenswandel van een mijneigenaar en een Stockholmschen cavalier. "Mijneigenaar, die vermogend is in Falun staat op om zes à acht uur. Ontbijt: boter, kaas, vleesch, een glas brandewijn of een glas bier. gaat naar de mijnschacht, dan naar de gieterij, rookt daar een pijp. gaat naar huis, neemt een borrel. 's middags: stevig maal, vleesch, spek, haring of kabeljauw en wat dies meer zij. gaat naar de gieterij, rookt een pijp, maakt of ontvangt visites om 4 uur, drinkt tot in den nacht 3 à 4 kwart liter Bier per persoon. heeft goede eetlust, wordt dik, zwaar, vet en rood. sterft eindelijk aan waterzucht. Een cavalier uit Stockholm staat op tusschen acht en negen, coiffeert zich, kleedt zich. 10 uur: gaat naar een café, drinkt een paar koppen koffie. praat. 11 uur: doet zijn zaken af in de stad. 12 uur: gaat naar de Ridderhuismarkt om nieuws te hooren. 1 uur: eet, altijd met één à twee kwarten (3/8 L.) wijn. 3 uur: gaat naar 't café om koffie of een glaasje te drinken. 4 uur: maakt de een of andere visite. 5 uur: gaat naar Castenhof of een andere wijnkelder. drinkt een glas Rijnwijn. 7 uur: gaat naar Lars op den Hoek om een hazelhoen te eten, daarop speelt hij tot diep in den nacht, gaat naar huis, God weet waar, krijgt tenslotte druipneus, koorts of tering." Carl Linnaeus 1707 - 1778 Uit: Carl Linnaeus 'De Bloemenkoning' door Knut Hagberg Vertaling: Marie Vos A.J.G. Strengholt's Uitgeversmij. N.V. Amsterdam 1944 |