De visachtigste van alle visplaatsen was 'Try Pots', dat zijn naam waarmaakte: er stond altijd vispot op het vuur. Vispot voor het ontbijt, vispot als diner, vispot voor het souper, totdat je de graat door je kleren heen ziet schijnen. Het terrein voor het huis was geplaveid met oesterschelpen. Mevrouw Hussey droeg een blinkende halsketting van kabeljauwgraat en Hosea Hussey hield zijn boek- houding bijeen in prachtig oud haaienvel. De melk smaakte ook naar vis - wat ik niet kon verklaren totdat ik op een ochtend , tijdens een strandwandeling langs de vissersboten, zag hoe Hosea's gevlekte koe zich te goed deed aan visresten, banjerend door het zand over afgehakte kabeljauwkoppen, zeer onverschillig, kan ik u vertellen. Herman Melville over Nantucket, uit Moby Dick or The Whale, 1851 Bron: De kabeljauw. Mark Kurlansky. Anthos. Amsterdam |