Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  muisje

Oesters

Wanneer Parijs na verloop van eeuwen in puin zal liggen, volledig verwoest is, zullen toekomstige
natuurwetenschappers die op een kleine, smalle strook land een immense hoeveelheid oester-
schelpen aantreffen, stellen dat onze omgeving ooit zee was; daar zal heel wat over te schrijven
zijn. Maar toen Voltaire zei dat de oesterschelpen die hoog in de Alpen worden gevonden, waren
weggegooid door pelgrims op weg naar Compostela, verdiende hij toen niet een antwoord?
Oesters worden aangevoerd vanaf verschillende plekken aan de Normandische kust. De een is er
gek op, de ander vindt ze afschuwelijk. Het is heel gevaarlijk om ze in Parijs te eten vóór de
eerste nachtvorst.
De liefhebbers worden uitgebuit. Oesters worden van alle kanten opgekocht, daardoor duurder
en tot een monopolie: oesters monopoliseren! Ze zijn verpakt in met klei beklede manden, Gewoon-
lijk pikken de bezorgers van oestermanden een of twee dozijn van de vierentwintig, een beetje
calculerend op de begeerte die niet rekent. Terwijl u bezig bent brengt de oestervrouw in haar
schort een stuk of veertig verse lege schelpen en mengt die met de andere; dan telt ze alle
schelpen voor u uit en beweert dat u ze allemaal gehad hebt.
De oestervrouw heeft een kort, stevig mesje. De behendigheid en soepelheid van haar pols zijn
ongeëvenaard: het lijkt of de schelpen slechts lichtjes aan elkaar zijn gelijmd; ze lijkt ze te
scheiden door ze alleen maar aan te raken. Onder het voorwendsel dat ze verdachte exemplaren
proeft, eet ze schaamteloos onder uw ogen de vetste en lekkerste op; en als ze geblinddoekt was
zou deze dikke visvrouw het welbekende zinnebeeld van de gerechtigheid tot leven brengen. Ze
neemt de schelpen weer mee en legt ze op een stapel die enorm groot wordt. Ik heb er vijf of
zes gemeten die een piramide van twaalf voet hoog vormden. Ik wend mij weer tot u, natuur-
wetenschappers van de toekomst, als de stad er niet meer is, zult u dan veronderstellen dat er
mensen waren die zó verzot waren op oesters? Nee, u gaat vast weer een wetenschappelijk
systeem opstellen.
Crébillon junior heeft in mijn bijzijn honderd dozijn oesters gegeten zonder uit elkaar te
barsten; hij dronk warme melk, terwijl ik me bij Champagne hield; hij bood mij zijn melk aan,
ik gaf hem mijn fles. Wij discussieerden heftig over het juiste digestif, het moet een schilder-
achtig tafereel zijn geweest; hij had gelijk, ik had ongelijk: melk is het ware oplosmiddel
voor oesters.
Onze nijvere edelsmeden hebben kortgeleden speciale vorkjes voor het eten van oesters
bedacht. Een klein rond mesje om ze los te maken van hun schelp hoort er bij. Alle mooie dames
zijn verrukt van deze zilveren speeltjes en sindsdien zijn ze gek op oesters om maar het mesje
en de leuke vorkjes cadeau te krijgen.



Louis Sébastien Mercier 1740 - 1814
Bron: Niemand ontbijt meer met een glas wijn
Tableau van Parijs 1781 - 1788
Uitgeverij De Arbeiderspers  Amsterdam - Antwerpen 1999