Elk land heeft zijn bijzondere keuken en zijn bijzondere vrouwelijkheden, en op dat punt is alles een kwestie van smaak. De een houdt van gebraden kip, de ander van gebraden eend; wat mij betreft: ik houd van gebraden kip èn van gebraden eend, en bovendien van gebraden gans. Vanuit hoog idealistisch standpunt bezien vertonen de vrouwen overal een zekere gelijkenis met de keuken van het land. Zijn de Britse schonen niet even gezond, appetijtelijk, solide, consistent, kunstloos en toch zo voortreffelijk als de eenvoudige goede kost van het oude Engeland: rosbief, schapebout, pudding in vlammende cognac, in water gekookte groente, met twee sausjes waarvan er een bestaat uit gesmolten boter? Daar glimlacht geen fricassee, daar misleidt geen fladderende vol-au-vent, daar zucht geen geestrijke ragoût, daar koketteren niet al die op duizend-en-één manieren gevulde, gekookte huppelende, geroosterde, gesuikerde, pikante, declamatorische en sentimentele gerechten met elkaar die we bij een Frans restaurant vinden en die als twee druppels water lijken op de schone Françaises zelf! Wat de Hollandse keuken betreft: die onderscheidt zich van de Duitse in de eerste plaats door haar zindelijkheid, in de tweede plaats door de eigenlijke lekkerheid. Vooral de bereiding van vis is onbe- schrijfbaar beminnelijk. Ontroerend innige en toch tegelijk diep-zinnelijke geur van selderij. Zelfbe- wuste naïviteit en knoflook. Te berispen is echter dat ze flanellen onderbroeken dragen; niet de vissen maar de schone dochters van het zee-omspoelde Holland. Heinrich Heine 1797 - 1856 Uit de memoires van de heer Von Schnabelewopski, Uit: Werke, Emil Vollmer Verlag z.j. Vertaling Gerrit Bussink Bron: Hotel in Holland. Samengesteld door René van Stipriaan Uitgeverij Balans, 1987 |