Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing

Contact  muisje

Woensdagochtend, half elf:

Ik wens de dag te beginnen met een vers zachtgekookt eitje. Mijn methode is twee minuten koken, dan het gas uit, drie minuten besterven, en vervolgens het ei onder de koudwaterkraan danig laten schrikken.  Dat smaakt voortreffelijk.  Net niet gestold . . .  Ach, het is slechts een kwestie van horloge kijken, of beter: de secondewijzer kunnen volgen. Soms heel moeilijk hoor, als je de avond tevoren dubbel hebt opgesoupeerd met - wat mij was overkomen - veel te veel rare cocktailtjes. Maar ik ben die schele drankkoppijn gewend.
Eerlijk, als ik 's morgens het lichte kater-gevoel moest ontberen, wát zou ik me beroerd voelen. Een mens zonder 'n katertje-dat is niks. Hoe aangenaam is het om al aan het begin van de dag op de mopperpottoer te gaan... chagrijnig over je eitje heen bedenken dat als je nou subiet de laatste adem zou uitblazen, het misschien wel een beetje vervelend zou zijn voor je naasten, voor je familie, doch wat maakt zo'n plotseling sterfgeval landelijk en mondiaal gezien uit? Niets. Ik zou in dat verband niet meer zijn dan het schepje suiker dat ik roerend in mijn zwarte koffie aan het oplossen ben.

Nog steeds MITTWOCH, rond twaalven; terugblikkend:

Uit de dagboeken van Cees Buddingh' weet ik dat de man ervan hield tussen de middag een sherry te drinken. Daaraan denkend vroeg ik mijn eega ook zo'n fles voor mij te kopen. Geen Sandeman, maar die sherry waar Edgar Allan Poe over heeft geschreven... Amontillado! En het liefst dry.
Maar Yvon wil eerst onder de douche, en wat let mij zélf een paar flessen bij Alberto te scoren.
De flessen voelen kelderkoel aan, ik besluit een slokje te wagen. Goed op temperatuur. Na nog wat genip, als in een proeflokaal, merk ik dat mijn humeur er met sprongen op vooruit gaat. Er zit een onweerstaan-
bare speed in die droge sherry... het blijft een venijnige drank. Iedereen kent wel het hitsige en oeverloze gebabbel op staande recepties, vernissages... Sherry vernauwt de aderen en activeert de bijnieren met als
gevolg dat de adrenaline omstuimig naar de hersenen suist.
Evenals cocaïne kan je sherry rekenen tot de sjiekere, verraderlijk naar het mondaine neigende kletsika-
drugs.
Omdat mijn vrouw juist boodschappen is gaan doen, krijg ik de neiging, bij het gebrek aan beter, tegen
mezelf te praten. Opscheppen dat 't een aard heeft! 'Van Doorn,' zeg ik strooplikkerig, 'je mag niet on-
tevreden zijn over wat je allemaal al hebt gedaan. Baasje, wat ben ik trots op je!' Ik glim als een praal-
hans, en geef mezelf charmante complimentjes. 'Wat een verrukkelijk kereltje ben je toch, Johnnie-boy.'
Ik ben niet meer te stuiten tot Yvon binnenkomt met haar boodschappentassen... ik verbleek... houd mijn
mond stijf dicht... en ik doe net of ik zojuist een kruiswoordpuzzel uit de Volkskrant heb opgelost. Van
mijn opgeblazen winderigheid  is niets meer over.
'Wat kijk je bedremmeld,' zegt ze zelfs.

Johnny van Doorn. 1944 - 1991
Bron: Door de weken heen. Dagboeken. De Bezige Bij  1988