Piet
Paaltjens
Dichter-dominee 1835 - 1894
|
Immortelle XXV Hoor ik op Sempre een waldhoorn. Of ook wel een Turkse trom, Dan moet ik zoo bitter weenen: En - ik weet zelf niet waarom. Vraagt een der werkende leden: 'Hoe kan een Turksche trom Of een waldhoorn u zoo roeren?'- Dan weet ik zelf niet waarom. Is 't wijl in beetre dagen Een vriend de Turksche trom Niet onverdienstlijk bespeelde? - Ach, ik weet zelf niet waarom. Piet Paaltjens |
Antwoord uit Leiden Nu ik, lang nadien, in uw verzen Zoo weemoedig ter sprake kom, Herleven de diepste verrukkingen Van het studentendom. Ei, Piet (neen - François is mij liever), Nog hoor ik uw nurksch gebrom Als ik 's avonds wilde oefenen: "Waarom steeds die dekselse trom?" De muziek doet u tranen vergieten? Eens gaaft ge daar niet zoveel om. Een ander vermaak had uw voorkeur ... Doch daarover blijf ik stom. Drs P |