140 pond Ik ben Van Hattum en ik weet, dat 140 pond zo heet, maar dat de naam direct vervalt, als het leven wijkt uit de Gestalt. Dan ligt, onder de naam van lijk, die honderdveertig pond te kijk; Gij zijt bij het défilé misschien: alleen ik zelf zal het niet zien. Da’s vreemd: ik zie, wat Gij niet ziet; wat Gij dán ziet, zie ik weer niet. Enfin…; de honderdveertig pond is nog springlevend en gezond. - En ik geniet graag ‘s levens gunst én om mij zelf én om de kunst - hoe meer ik drink, hoe meer ik eet, hoe meer gewicht Van Hattum heet. Jac. van Hattum . 1900-1981 Verzamelde gedichten G. A. van Oorschot, 1954 |