Aan Alfred de Musset
Bezorgd en kommervol, door slierten rook verblind, Droomde ik in een kroeg, en schreef, met dromend brein, Waarvan een dichter houdt: het blauw van zonneschijn, toen ik zijn stralen zag, daar, in een glas absint. Aldus vervoerd van geest tot in het hoogst domein, En met een hart vol hoop, omgeurd door hyacint, Dichtte ik voort en zei: absint, o heilsbewind, O muze, groen van oog, voor immer soeverein. Helaas, ook een poëet is maar gewoon een mens, En na het eerste glas, voor nog een mooier zin, Wou ik er nog een bij, en stortte langzaam in. De wilde woordenstroom omtrent de kwintessens Raakte zijn welbron kwijt, mijn hersens werden wee: Benodigd is één glas - ik nam er echter twee. Edmond Bourgeois Vertaling; Jan Kal. Bron: De gifgroene muze. Absinth in de literatuur. Samenstelling: Meindert Burger en Ike Cialona Uitgeverij Bas Lubberhuizen. 2005 |