Aan een terras Zij zaten samen voor een gouden glas, vroeg in de ochtend, aan een koel terras. Zij dronken niet; tenzij elkanders oogen, met blikken die - zoo bitter jong - niet logen, en spraken niet: de taal der liefde was hun vreemd of geen van beiden boeken las. Zij keken mijn kant uit en zagen niet hoe spot in mij worstelde met verdriet. Reimond Herreman 1896 - 1971 Bron: Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie samengesteld door Hans Warren Meulenhoff Amsterdam/Kritak Leuven 1992
|