Aangebrand Aagt Morsebel nam kleinen Piet In kost, en als het Kind, te middag aangezeten, Haar soms zijn walging merken liet: De vieze bijsmaak van heur knoeisels werd geweten Aan kaarsvet, roet, noch snuif; 't was altoos:"Lekkertand, Wat zou 'het zijn, als aangebrand?" Nu kwam er eens een schotelvol groen eten Te voorschijn, die Kok Aagt spinazie had geheten: Hiervan kreeg kleine Piet zijn deel op 't bord gesmakt; Hij roert er in: hij vindt twee achterpoten Van d'armen kikvors, onder 't warmoes kort gehakt, En legt, met de ogen half gesloten, Zijn eetvork neêr, terwijl hij vraagt: "Heeft aangebrand ook voetjes, moeder Aagt?" A. C. W. Staring. 1767-1840 |