Aardappelen
Wij zijn vrouwen, ons vruchtvlees
openend
op de wijze die de meester
wil.
Glad en langwerpig is Charlotte,
tongvormig
Rosa en eens bereid, heten we Anna
of hertogin.
Kleine meisjes als ze, onrijp
geoogst,
ons tot in de mond blijven
omhullen
met dunne huid, geborsteld en
gespoeld:
de zoete opening laten
vullen
met olie en
kruidenboter.
Pel ons warm. Omkrans en
versier
de volle smaak van ons
lichaam.
Wij hebben genoeg geboet
om,
verstoken van zon, ondergronds naar
zonde
te verlangen, naar de
stamper,
ons wentelend in room en
melk.
Onze hunkering is groot,
onderwerping groter,
behaagzucht almachtig voor wie ons
eet.
Schaamteloos laten wij ons
ontvellen, dippen
en kneden, uithollen en vierendelen,
in repen
snijden, besprenkelen en overgieten
met sap,
mengen en insmeren, sudderen in
vet
en uitdruipen als waren we
incontinent.
Koket bewaren wij onder de schil de
inkt
voor wie geheimen onthullen
wil.
Eddy van Vliet 1942-2002
|