Aardappelen volksvoedsel nummer één kunnen kruimig of zoet zijn, te zout of te glazig, net goed of heter dan honger- dat hangt van de kok af, want zelfs aardappelen verdienen speciale aandacht: vooral bij het ontpitten geen pitten laten zitten! Heb je ze ooit ongeschild bekeken met aandacht, met liefde? Nee, aardappelen kunnen niet op liefde bogen, tong en ogen vinden dat. Maar gaar en klaar worden ze weer getolereerd: onze in stoom gewatteerde gewaardeerde aardappel. dampend in de zondagnamiddagzon dampend in het lampekaplicht dampend op de doordeweekse tafel in een met rode roosjes versierde porseleinen terrien van het trouwservies waar haast niets meer heel van is in een krant of de onderste van drie stapelpannen. In het frituur dampend en onder een stampend plaatje pratend of swingend afgewacht, zo heeft de aardappel sinds Bill Haley menigeen veel goeds gebracht, en menig paar dankt zijn ontstaan aan deze goddelijke knol, geboren ondergronds en stervend binnensmonds als een vloek. De een houdt van aardappelen omdat z'n moeder sterker was, anderen om Eucalypta niet te hebben hoeven missen, en hoewel weinigen haar kennen in 't Latijn: ervaring verenigt ons allen: communiceer minder over het weer en over aardappels meer! Leg de hoofdmoot van je eten aan de basis van het weten! Serveer er (verse) groenten bij en prak het driftig tot een brij als het nieuws te bloedig is of het zout vergeten: een mondvol voorkomt veel dom gepraat van hoe het met de wereld gaat, want aardappels zijn uit de aarde door onze handen naar de mond gebracht, onze tranen, research en ruilverkaveling, onze groenteman en onvrijwillige soldaten, ons wegvervoer en treinverkeer, onze schier onstilbare honger en daar zijn ze dan weer, op tijd deze keer, groot en goed kruimig. Opscheppen maar, er zijn er nog meer! Hans R. Vlek. 1947 - 2016 Uit: Geen volkse god in uw achtertuin. Een keuze uit de gedichten. Querido 1980 |