De Aardappeleters
Nuenen, mei 1885. O.a. brief 397
Zwijgend hebben zij
aan schrale grond
hun maal ontworsteld,
tot in de grijze
avond
hun bevuilde lijven
stijf gewerkt.
Bij geur van armoe nu,
voltooien bewegende
aardappelbruine vingers
de dagelijkse gang,
tijd voor stille
taal
uit
houtsnijgezichten.
Zolang er olie is,
werpt het vredig lamplicht
de schaduw achter hen.
Catharina Boer 1939 -2019
Uit: Kraaien verjagen : gedichten over Vincent
Eindhoven : Opwenteling, 2003.
|