Aardappelen, groente, vlees In de donkere straat om een uur of zes verraden de dampige keukengeuren ondanks gesloten gordijnen en deuren een dis van pannen, borden, vork en mes. De eeuwig prangende vraag weer opgelost wat we heden ten dage mogen eten, als wat doodse gewoonte ingesleten waarin leven alleen maar geld kost, terwijl de spinazie eerst blad voor blad pas langzaam zijn smaak heeft gekregen met de eigenheimers door zon en regen vanaf de klei uit een verborgen schat. En het biefstukje dat zo smakelijk oogt heeft toch eerst als koe in de wei gelopen, tenminste dat zou je nog willen hopen, zoveel als gemakzucht hierin gedoogt. Elke hap doorgeslikt, knaagt aan het verstand; dit voedsel is er niet vanzelf gekomen, het is uit adem en aarde weggenomen: heb eerbied voor het goede van het land. Paul Marius Borggreve 1973 |