Als de asperge Als de asperge verrijst... De spons op Calvarië wordt geheven/ Als het lijk wordt afgelegd, in linnen gewikkeld ('Als in een zorgzame samenleving') Als het asperge-veld leeg als het graf op Paasmorgen, /als het ragfijn Hallelujah van het groen doorstoken als met een witte lans/ voorzien van 'n bordje: Spargel! Spargel! (Zo smakken de Duitsers de naam van de engel Asperge die bloedverwanten van je ziel, o, Limburger Zie, ze betalen je met 30 zilverlingen alias harde Marken...) O, als de asperges verrijzen overal, op de tafels van Limburg -als breken Les très riches heures du Duc de Berry opnieuw aan- /Geheven worden met een zilveren tang op je bord /Gedronken worden met een koude wijn van voorbij Bad Godesberg Tussen rolletjes ham, peterselie-plukjes en gepocheerde eieren rijkelijk besprenkeld met botersaus, /met de geur van zondagen in juni ben ik plots weer kind achter de meidoornhaag (vol merels) rond mijn vaders huis een adolescent getongkust door Maria Magdalena in Obbicht-Papenhoven. Manuel Kneepkens. 1942 Dit gedicht is speciaal gemaakt voor de catalogus "Asparagus Asparagus", verschenen bij gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in het Museum van Bommel van Dam te Venlo van 11 mei tot en met 26 juni 1988. |