Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

DE ANANAS.
 
Ananassen! dat 's een eten!
'k Wou dat ik er maar een had!
Kijk! ik zal het nooit vergeten,
Hoe ik laatst te smullen zat.
 
'k Had er van mijnheer Verwegen,
Die wel weet dat ik ze lust,
Laatst twee groote nog gekregen
Van Coronie, aan de kust.
 
't Waren bazen - O, zoo keurig!
'k Watertand er nu nog van,
En zoo sappig en zoo geurig! -
Dat men 't naauw gelooven kan.
 
Had Mama er niet gezeten
En gedurig opgelet,
'k Had mij welligt ziek gegeten,
En lag nu met koorts op bed.
 
‘Hoor!’ sprak zij ten langen leste,
‘Nu geen enkel stukjen meer,
Houd nu op! - 'kraad u ten beste;
Spaar wat voor een andre keer.

Morgen zal 'k u weer wat geven,
Niet te veel op eenen stond,
Matigheid doet vrolijk leven,
Overdaad maakt ongezond.’
 
Wip! - de fruitschaal werd geborgen.
't Stond me maar in lang niet aan,
Maar ik troostte mij met morgen,
En ben aan mijn werk gegaan.
 
Ananas is heerlijk eten!
'k Ken geen fruit die daarbij haalt;
Maar met overdaad gegeten
Wordt zij dikwijls duur betaald.


C. van Schaik  1808 - 1874
Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd.
A.C. Kruseman, Haarlem z.j. [1853]