Ars Poetica ik weet het nog als de dag van gisteren (ik was misschien 22): ik zat te broeden op een gedicht, en mijn moeder zat bij het raam de aardappels te schillen het vers wilde maar niet lukken: het zweet stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik: Hoe kan men in godsherenaam dan ook poëzie schrijven in een kamer waar iemand aardappels zit te schillen? die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het vers af: het was een bijzonder slecht vers en pas heel veel later begreep ik: de beste gedichten schrijft men al aardappels schillend C. Buddingh' 1918 - 1985 Uit: Zo is het dan ook weer eens een keer A.W. Bruna & Zoon. Utrecht 1963 |