Avondmaal De tafel is gedekt, het brood Gesneden en vernoemd. Mond, tanden en kiezen spelen Het spel dat is gedoemd. Mij voedende verteer ik ook Mijzelf, want elke bete broods Breekt leven af hoewel het lijkt Alsof ik het herstel. Ik eet mij dichter bij de dood. De kruimels op mijn bord Lachen mij toe. Mijn mes is moe. Adriaan Morriën 1912 - 2002 |