Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

Beekzang aan Katharine


Wijker Bijtje, die bij 't Beekje
Nestelt, en geeft menig steekje
Die uw honig komt te dicht;
Wakker Nimfje, die zo klaartjes
Met uw oogjes op de blaartjes
Flikkert, blikkert, straalt, en licht;
Zeg mij, meisje, die zo netjes
Poezelachtig zijt, en vetjes,
Levend, helder, wel gedaan;
Waar van moog je zo wel tieren,
Daar al d'andere, arme dieren,
Bleek en treurig kwijnen gaan?
Eet je slaatje met een eitje?
Drink je niet dan schapeweitje?
Pluk je moesje uit de tuin?
Bak je struifjes van de kruitjes?
Trek je heen, na zomerbuitjes,
Om lamprei en knijn, in duin?
Slaap je op dons van witte zwaantjes?
Lek je muskadelle traantjes?
Hou je een ongemene stijl?
Leg je in schim van koele boompjes?
Droom je daar geen andre droompjes
Als van suiker, uit Brezijl?
Zwem je in lachjes, en genuchjes?
Leeft uw geest in zoete kluchjes?
Springt uw zieltje in uw lijf?
Erf je niet als heil, en zegen?
Ben je juist van pas geregen,
Niet te los, noch niet te stijf?
Zeg het toch uw medemeisjes,
Vol zwaarmoedige gepeisjes,
Heel uw speelnoots algelijk.
Red die diertjes van haar tering.
Onderkruip den Haas zijn nering,
En word dokter van de Wijk.

Joost van den Vondel 1587-1679