BietenveldenEen dag kruipt naar het laatste licht. Een cursor ploegt zich door het wit en ik denk: bietenvelden. Honderdduizend rode bietenvelden in Siberië. Zelfs als het veertig graden vriest dan is er biet dan is er bjorst. Dan heerst de vodka als een vorst en danst er op zijn hurken rond. Hij brult in het Russisch om een blond stuk vlees en zingt dat hij de dood niet vreest. Hij is de draak hij is de tsaar. Hij is groter dan Napoleon en heeft het duizendjarig rijk al eeuwen overleefd. En al die bietenvelden waar mijn cursor ploegt. Het staat in brand. Het land verschroeit. Het is gedrenkt in vodka en het vonkt het vlamt en het verschroeit. Martin M Aart de Jong 1966 |