Bij ons thuis aten we tussen de middag warm eigenlijk door oma die meende dat je alles zo snel mogelijk weer an kant moest hebben vanwege het ongewisse van de jongste dag tegen twaalven werd het emaille teiltje water op de mat voor de keukendeur gezet we knielden dompelden onze gestrekte handen langzaam onder zodat er nog even belletjes langs je nagels bleven en zeiden - koele waapre - die rituele zinnen kwamen van mijn broer op de wc hoorde je hem drukkend - kandántre bolótre klodótre - galmen alsof hij in het frans vervoegde zijn uitleg van de nederlandse vlag was - rood is het bloed wit is de man op het paard die achtervolgd wordt blauw is de zee - ook had hij iets tegen hik ik moest dan spuug om mijn grote tenen en lippen smeren machteloos laten jeuken tot het over was Tom van As 1932 Uit: Maatstaf nummer vijf 1988 |