Bordje leeg Wie zingt, bezingt meestal de vrouw: haar lippen of haar grillen. Wie 't fijn houdt zingt van haar gebaar, wie grof is van haar billen. Elk verzenboek bloeit over van lyrische liefdesdromen. Een dichter is, zo neem ik aan, met sex vooringenomen. Maar ik ... en noemt u mij maar cru, bezing het dagelijks menu. Eten, ja eten, gewoon ouderwets simpel eten. Oja: fasant is charmant en schildpad is niet te versmaden. Kreeft schuif ik nooit aan de kant n pasteien, pâté's en saladen. Maar ik weet echt niet beters dan boter en ik ga door de knieën voor kaas en mijn geestdrift is mogelijk nog groter voor ham, haring, hoofdkaas en haas. Want da's eten, ronduit eten, en ik heb veel waardering voor eten. En als ik word geplaagd door een vers dat niet slaagt, dan kan 'k dat vergeten door eten! Soms schildert men de blauwe zee, soms woeste, wilde stormen ... Soms portretteert men lammetjes, maar meestal ...: vrouwenvormen! Toen eens de schilderkunst begon, heeft men meteen besloten: een vrouw geklééd, is alledaags. KUNST is alleen een blote. Geen naakte nimf maakt mij ooit dol: schilder mij liever borden vol! Eten, ja eten, gewoon ouderwets simpel eten. Braad schapebout, schattebout, als jij mijn verering wilt winnen; Asperges of bonen in 't zout ... Al wat eetbaar is kan ik beminnen. Breng me sla, breng me worstjes en restjes, breng me appel, of zelfs rode biet, breng één oester, één ei, of één besje: breng me wat je aan eetwaren ziet! Iets te eten, is te eten, en het doet er niet toe wat voor eten! Als ik graaf in m'n geest, weet ik dat die het meest is bezeten door eten! Ogden Nash 1902 - 1971 Vertaling Ernst van Altena 1933 - 1999 Uit: Randfiguren 2 Van Ditmar Amsterdam 1967 |