Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

Bramen

 
Zij moet nieuw land veroveren dat oud is
en bewoond door mieren, wespen, hoornaars.
Oerwoede neemt bezit van haar
als zij het breiwerk van de braam ontwart
en optrekt in de woekering.
 
Zweet in de mond, bloed aan haar kuiten, dijen.
Ze spaart de wortels niet van het gewas,
slaat met houweel en zeis tot ze de grond ziet,
haar grond, die geknecht, bezeten moet.

Van mij, van mij. Wat zij niet wil brandt zij,
vuur vreet blad, takken, doornen. Branden!

's Avonds stuit zij op een muur van krekels,
in de nacht hoort ze de uilen met hun jong
tot ze naar buiten mag om het gevecht
met bijl en riek en spade te volbrengen.

Wanneer het land weer kaal is en zij gekrast
in de schaduw van een boom zout water
uit haar ogen wist, jonge rozen plant,
en koel gewassen in de spiegel kijkt,
ziet ze aan deze hete zomer ver voorbij
de woestenij die blijft.

Ineke Holzhaus  1951
Uit: Hond in Pompeï. Wagner & Van Santen, Sliedregt 2008