Bruiloft in 1940 Bij het huwelijk van Johan Babeliowsky Wie kan op dezen dag zijn speeltuig laten hangen? Na de „Parfait Amour” schenk ik thans in uw glas Een druppel van de druiven die groeien op Parnas, Waarmede Orpheus zelfs de tijgers heeft bevangen. Wat men ook geven zou van porseleinen schalen, Van gouden eetgerei, damast en bombazijn, Van luchters uit kristal en purperrood gordijn: 't Is alles ijdelheid, en wie zal het betalen? Maar ik, poète maudit, die van geen zilver weet, Houd met de weduwe mijn penningske gereed, Ter eere van het feest tot klinkert omgesmeed. En Mars? - die wederom Spartaansche soep gebood En 't hongerende heir aan schrale tafels noodt: - U snijdt hij met zijn zwaard zes weken wittebrood! H.L. Prenen 1915 - 1992 Uit: Tafelrede en andere gedichten, Elsevier, Amsterdam- Brussel 1948 |