Bruiloftszang by't huwlijk van Pieter N- en Celia V- Kroonen wy naar de oude zeden 't Hoofd met Pieterceliekruid! Pieter is in de Echt getreden En maakt Celia zijn bruid: Alles roep'hier Pieter-Celie! alles galm'dit echtpaar uit! Spreidt naar Oudren feestmanieren Pietercelie op den disch! Pietercelie moet hem sieren, Voegt by Doop- en Watervisch; Pietercelie, pietercelie, maakt de harten blij en frisch. Pietercelie plach te pronken Om het heerlijkst Paterstuk Dat den Gasten toe mocht lonken; Was eens zwijnshoofds tafelsmuk. Pietercelie, pietercelie, bracht gezondheid en geluk! Flakkus ook omvlocht zijn slapen Met het pietercelie-blad; 't Slingerde om Alcéus wapen; 't Kroonde Bachus Godennat. Pietercelie, Pieterceli! Pietercelie is een schat. Pietercelie, lieve vrinden, Die de volle tafel tooit By dit juichend Echtverbinden, Moet ook thands op 't Bed gestrooid; Pietercelie, pietercelie, tusschen 't laken ingeplooid. Pietercelie, roem der Hoven, Ja, gy watert ons den mond! Laat vrij Pieter Celie stoven, Dat Gerechtjen is gezond. Leve, leve Pieter, Celie! Ga dit blijde glaasjen rond! 't Maantjen schiet een glurend lonkjen Op dit Pieter-celie bed. Dit vereischt een tweede dronkjen: Groene 't spoedig, vol en vet! Pietercelie, pietercelie! dit 's de rechte Bruiloftspret! Bruigom, Bruigom, niet te draaien! Man, ge moet hier tuinman zijn. Pietercelie moet gy zaaien In dees schoonen maneschijn. Pietercelie, pietercelie! dat is vreugdemedicijn. Pietercelie moet er groeien, (Dat is Hymens hoog bevel, Of men vechten wil of stoeien,) Voor den Winnaar van het spel. Ja, die krans van Pietercelie staat op alle hoofden wel! Ja, zoo'n krans van Pietercelie Siert de Bruid op 't blonde haar Schooner dan jasmijn of lelie; Zy vernieuw' zich ieder jaar! Pieter Celie, Pieter Celie, zij de roem van 't Echtaltaar! Willem Bilderdijk 1756 - 1831 Uit: Ik reikhals naar het graf. Een bloemlezing uit zijn gedichten door Peter van Zonneveld Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam 1981 |