Café in den vergulden narcis Het staat terzijde in een stille straat, deftiger dan Montmartre, meer zwaartillend. Gasten en wijn zijn er vrij delicaat en 't ruikt er bijna landelijk welwillend - dus heel verschillend. Bloemen - het liefst narcissen of een tak seringen in een aarden kruik met water, De sherry is beeldhouwer van zijn vak, het bier is dichter en schrijft voor theater - tenminste later. En 's avonds laat komt Lili wel eens hier, een vlinder met wanhopig moederheimwee, Sluit zij haar paarse ogen op een kier, dan speelt een god nocturnes op een Steinway - voor al dat rijmvee. Achter de tapkast prakkizeert de waard als 't ware in zijn Münchener verzonken. De kellner vraagt zich af, minder bedaard, of zij expres met haar benen zou pronken - maar ze is dronken. Guillaume van der Graft 1920 - 2010 Uit: Ongerijmde rijmen. Samengesteld door Michel van der Plas Uitgeverij Het Spectrum n.v. Utrecht/Antwerpen |