champignons We troffen hen aan op een leemte in het bos: twee expedities door de schemering die elkaar stom aanschouwden. tussen ons nerveus het telegraafgezoem van de steekmuggenzwerm. mijn grootmoeder was beroemd om haar recept van champignons farcis, ze nam het mee in haar graf, alles wat goed is, zei zij, vulle men met iets meer dan met zichzelf. later in de keuken hielden wij de paddestoelen tegen het oor en draaiden aan de steeltjes- wachtend op het zachte knakken binnenin, zoekend naar de juiste combinatie. Jan Wagner. Duitsland 1971 Vertaling: Monique de Waal Bron: Hotel Parnassus. Poëzie van dichters uit de hele wereld. De Arbeiderspers 2004 |