Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing



Contact  

Cornelis de gulzigaard

De jongen die zijn lekkers
Met niemand mededeelt,
En 't liever in een hoekje
Ter sluiks en gulzig eet;

Zoo 'n jongen is niet waardig
Dat hij één vriendje heeft.
Men moet hem steeds vermijden,
Die voor geen ander leeft.

CORNELIS was een knaapje,
Dat dikwijls lekkers kreeg;
Doch dat hij voor zijn vriendjes
Dan altijd maar verzweeg.

Wel tienmaal in een uurtje
Kroop 't ventje in een hoek,
En altijd zat zijn mondje
Besmeerd met stroop en koek

Eens kreeg hij van zijn tante
Een heerlijk stuk banket.
'Och! geef mij ook een stukje?'
Vroeg buurman's kleine NET.

CORNELIS zag het meisje
Met gramme blikken aan,
En sloop toen van haar henen
Als had hij 't niet verstaan.

Hij slikte en hij hikte
En smakte met den mond,
Tot hem alleen door 't haasten
Het oog vol tranen stond.

Maar in 't verkeerde keelgat
Schiet hem een kruimel taart......
Hij krijgt een forsche hoestbui,
Die niet heel gauw bedaart.

Hij trappelt van benaauwdheid,
En werpt zich op den grond;
Hij kan geen lucht meer krijgen,
En gaapt met open mond.

Steeds hoest hij, en zijn aanzicht
Wordt geel en blaauw en rood......
En voor er hulp komt dagen,
Is hij gestikt en - dood!

Mijn vriendjes zijt nooit gulzig
Deel mee, wat ik u raad;
Of 't gaat u als CORNELIS,
En dan - is het te laat.

Hopmanius  geboren: ?(19de eeuw) overleden: ?
uit: Losse bladen uit het zondenregister van ondeugende kinderen 1859
G.W. Tielkemeijer, Amsterdam