D a n, l a n g za m e r h a n d d r o n k e n w o r d e n d van pop, powezie en pils staat hij uit zijn stoel op zijn tikmasjine duvelt op de grond; hij weet de rand van de taal bereikt voorzichtig naar een oude boekenkast schuifelend (soms wordt hij eeuwen stof) negeert hij het dode grijze oog bij een aantal tijdschriften en bundels blijft hij staan en probeert zijn leven in gestrekte sentimeters te schatten het loont nauwelijks de moeite. Hans van de Waarsenburg 1943 - 2015 Uit: eenenzestig-negenenzestig powezie. Antwerpen 1972 Bron: De Nederlandse Poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten. Samengesteld door Gerrit Komrij. Bert Bakker 1996 Amsterdam |