De drank De drank dat is een duivelskind, Waar de Satan zijn vreugde in vindt, Menig huisgezin werd daardoor vernield, En de gehele huishouding ontzield. Men zegt de drank levert groot gewin Voor 't Rijk en Staat en Brouwerij gezin. Maar de schade die veroorzaakt wordt Wordt moedwillig weggestopt. De gevangenissen zitten boordevol, Van 't leed dat de Alcohol alleen al deed. De krankzinnigenhuizen spreken duchtig mee, Van 't leed geschapen door de Alcohol. Telt men de sommen bij elkaar, Dan verdwijnt het Alcohol gewin zo maar Want twee miljard is nog te klein, Voor misdadige Alcohol venijn. Dus weg dat Alcohol vergif. Geeft een besparing van twee miljard gewis. Daarmee de onzedelijkheid verdwijnt. En de Ongevallen zeer verkleint. Dus, beste vrienden, bouw allen mee, Dat de drank verdwijnt uit Levenszee. Wees practisch, wijs en levensgoed. Dat Satans drank verdwijnen moet. De drank dat is een duivelskind, Die mede-oorzaak in alle ellende vindt. Zij brengt ook Rijk en Staat geen gewin, Maar enige miljarden Schade in allerlei gezin. Wat schade brengt voor iedereen, Dat dan verdwijnt, is een gewin. Dan leeft weer vreugde in huisgezin, En een belangrijk voordeel voor de Staat alleen. Dus mannen, Broeder, vrouw en kind, Weest vijand van dat duivelskind. Weest gezond en sterk en sta altijd pal. Dat de duivelse alcohol U niet overwinnen zal. Germen Flietstra 1884 - 1962 Bron: 't Kleine Krantsje voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen Nummer 246, 26 juli 1975 Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor. |