De ketel De ketel heeft altijd een tuit Daar komt straks daad'lijk wasem uit Nu vol de ketel is gedaan En op het lichtje kwam te staan. Het water is al vreeslijk heet, Hoort, 't is alsof het heel wat weet. Het water kookt, de deksel trilt Nu heel gauw die er af getild, En dan blaas ik het lichtje uit De ketel heeft altijd een tuit. Jopie Breemer 1875 - 1957 Uit: De ontboezemingsbundel van Jopie Breemer. Uitgeverij Prometheus 1998 |