De zuiplap
Bij binnenkomst zijn grijns, stoppels krabben, kleine oogjes, brokjes roddel, bestellen, een saffie, tapkast houvast, het is weer zover. Hij stinkt, zelfs geen tyfuswijf voor verschoning. Men zegt dat het een ziekte is, zijn verleden, evenzeer zoveelhandse porno naast zijn slapen. Enkele jonkies, zwijgend. Bij vertrek 'Dag direkteur!' zijn duidelijke gang, grijnzend, jaszakvuist, leeftijd gokken. Thuis lege flessen vol gedode tijd, zichtbaar de gezelligheid, in de asbak blinken scheermesjes tussen de peuken. Cees Verraak. 1954 Uit: Hollands Maandblad 1992 nr. 8/9 |