Dorpsherberg. Een dak, zoo laag dat gij met uitgestrekten arm Het raken zoudt, verscholen onder hooge boomen; Een rosse venstergloed robijnt door 't duister; stroomen En gutsen doen de buien in het windalarm. - ‘'t Is beter binnen, baas, dan buiten’. En ze droomen En rooken voort dat 't smoegelten voelen 't goed en warm Rond rooden haard. Bij pot en pint is niemand arm; Een klop: ze laten nog eens volle glazen komen. Staag tiktakt de eiken klok; de bulderwinden wakkeren De vlammen aan en doen de schadden hel opflakkeren. De schoorsteen sijfelt schril, of doedelt dof en zwaar. De buien bonzen dwaas en klettren op de ruiten. Een luik slaat ramlend toe met fellen bof. Voorwaar Die heeft gelijk: - 't Is beter binnen, baas, dan buiten. Raf Verhulst 1866 - 1941 Uit: Langs groene hagen. De Vos en v.d. Groen, Antwerpen 1899 |