De drinker in de lente naar Li Tai Po Als maar een droom het leven is, waar zwoegt een mens nog voor? Ik drink totdat ik niet meer kan, de hele dag maar door. En als ik niet meer drinken kan, want het komt me tot de strot, dan val ik om, vlakbij bij mijn deur en slaap als een marmot. Wat hoor ik als ik wakker word? Een vogel in de boom. Ik vraag hem of het voorjaar is en voel me of ik droom. De vogel kwinkeleert:"Jawel, 't werd lente deze nacht." Ik slaak een diep ontroerde zucht, de vogel zingt en lacht. Ik vul de beker nog eens weer en drink hem gulzig uit en zing, tot aan het firmament ineens de maan ontspruit. En als ik niet meer zingen kan, dan slaap ik goed en fijn. Wat moet ik met de lente doen? Laat mij maar dronken zijn. Willem Wilmink 1936 - 2003 Bron: Verzamelde liedjes en gedichten. Deel I Bert Bakker 2004 |