Drinklied Gods dochteren, verwent den minnestreel, kroont met een krans Bacchus, den bottelier. O donkre dochter van den herbergier, uw dichter zingt, maar met een droge keel. Schenk mij maar meer dan 't toegedachte deel en laat mij poeslief van fluwelen zwier als ik, bij lied en glas, de luchte lier, uw zachte haren en uw handen streel. Schenkt wijn en olie die mij zingend vondt, want dichters zijn als vrouwen bij het baren, verliefd om 't lied maar kermend van zijn wond. Dochtren komaan, maakt nu het tiental rond: het laatste lied welt na de laatste klare, - de laatste kus welkt op een droge mond. Voor drie vriendinnen Michael Deak 1920 - 2016 (pseudoniem van Simon P. Kapteijn) Bron: Aphroditis, vijfde aflevering van De Windroos, een serie hedendaagse poëzie onder redactie van Ad Den Besten. U.M.Holland. Amsterdam 1950 |