Drinklied Voor de Sint Thomas-studenten Thomas was een heilig man Dus hij dronk geen druppel, Als een meisje bij hem kwam Sloeg hij met zijn knuppel. Maar wij zijn zo heilig niet Als de Summa ons gebiedt. Ach Sint Thomas sta ons bij; Op uw feestdag drinken wij Bier bij heele vaten: Leve de Thomaten! Thomas is ons goedgezind. Als wij alles wisten Wat je in de Summa vindt Waren wij Thomisten, Wien de Lieve Heer belooft Wijsheid met een waterhoofd; Maar aan ons vermaakte hij Zaligheid en malvezij, Bier bij hele vaten: Dat zijn de Thomaten. Laat ons Gode dankbaar zijn, Want de goede gever Doet geen water bij den wijn En schenkt nu jenever. Zingt zijn daden eer en prijs! Thomas, Thomasss wees nu wijs, Neem een stoel en schuif eens bij Drink een glas en zeg maar, „jij”; Want bij leege vaten Zitten geen Thomaten. Maar de allerdiepste les Liet den hemel zinken Op de bodem van een flesch, Laten wij dus drinken. Sta niet op, het vleesch is zwak, En de duivel zit op dak. Vinden wij de weg naar huis? Lieve Thomas breng ons thuis. Wijn bij volle vaten Drinken de Thomaten. In den hemel is een vat Met tienduizend liter. Maar wie vindt het sleutelgat, En waar blijft Sint Pieter? Thomas, laat ons niet alleen, Help uw kinders op de been, want de wereld draait voorbij Op uw Summa steunen wij. Naast de leege vaten Liggen de Thomaten. H.L. Prenen 1915 - 1992 Uit: Tafelrede en andere gedichten, Elsevier, Amsterdam- Brussel 1948 |