|
Dronken in de lente
Dronken zat ik onder den amandelboom.
Blaren vielen in de plooien van mijn kleed.
Ik merkte het niet,
Totdat ik opstond en mijn kleed straksloeg,
Toen vielen de blaren rondom,
Zoodat ik mij afvroeg:
“Heb ik gebloeid zonder het zelf te weten?
Kon ik genieten en heb het niet gedaan?
Vervloekte wijnroes!”
Maar toen ik mijn loome oogen opsloeg,
Zag ik den boom zijn blaren verliezen,
In mijn kruik wat wijn nog.
“Jij, oude, verliest je bloei als de herfst komt
En moet tot het volgende voorjaar wachten
En ik hoef alleen mijn kruik weer te vullen
En ben weer zalig.”
Jan Jacob Slauerhoff 1898 - 1936
uit: Yoeng Poe Tsjoeng (1933)
|