Druiven Een druif. Ik at er een tot vijf. En dacht: nu heb ik me ontdaan van enige symbolen. De fruitschaal zweeg. Zij liet mij achter in mijn eigen eeuw - nieuwsgierigheid sleet uit tot somber dromen. Ik wist hoe traag ik thuisgekomen was. - Een druif. Ik at er twee en telde zeven. - Want langzaam had de tijd zich vastgezet, raakte niet meer, dat alles mij gelijk en ver verwijderd leek. Een druif. Ik at - de fruitschaal zweeg - en overzag het resultaat: een duisternis haalde mij in - nu dertien componenten van dezelfde naam- zodat de kamer werd tot oud verhaal waarin ik zeer ten dele nog aanwezig was. Nico Slothouwer 1956 - 1987 Uit: Liefdesstratenplan. Verzameld werk. Onder redactie van Menno Wigman. Nijgh & Van Ditmar Amsterdam 1994. |