De magere eiersnijder
de magere eiersnijder
je portie thuis van
vette pech domweg
het botte ongeluk
ook moet je leren eten in de lente,
articuleren, dooier voor dooier
slice for slice
plakje voor plakje tegen het klinisch licht
van dit portiek een
kletterend
kleurloos
kraalgordijn
van regen
de slaap die bonzend snakt naar
lappen koude ruit vol bladmuziek
tis zo gepiept een zeem komt om in het
rauwe eiwit van een vette buit
de magere eiersnijder paait en prest:
val vierkant in het mes met uw neus in de boter
articuléér de muizenhapjes lood -smic smac- dit voedzaam
want in krant verpakt pakketje
artikel om partikeltje
in plakjes oude goot dumpt je oude moeder doodleuk keer op
keer de blauwdruk van haar moederlijf, óóit, onder een klap
licht wipte zij een deksel, verdraaide een dopje en heeft het
plakrig spulletje waar zij zich (deksels ten overvloede
toen) te goed aan deed verward met nooit iets afslaan of
bedanken
je portie thuis
een mond vol chronisch slaapgebrek beroofd van trek,
ooit heb je leren eten in de lente,
articuleren, onder het happen je niet te verstappen,
letter voor letter je naam te spellen en
af te tellen, uitentreuren, ruitje voor ruitje het raam te lappen
als doorkijk naar de hemel
Astrid Lampe 1955
Uit: De sok weer aan. Querido, 2000
|