Even bij mij bent Ik heb thee gezet omdat ik dacht dat je zou komen zittend in je anijswitte stoel zou jij mij bedanken voor het kopje en het weke koekje, ja, zei je dan, graag met een beetje melk en suiker. Ik zou dan vragen hoe het met je was en met het huis. Knikken, ik zou veel knikken zodat jij meer moest vertellen want stilte vond je ongepast en het werd lastig om dan je koekje nog te eten. Na de thee zouden we wandelen door de tuin en de bomen goedkeurend over hun bast strelen terwijl we ze bij naam noemen en op het groene bankje zitten, starend naar hetzelfde punt Ik zou je vragen om te blijven eten en twee keer voor je opscheppen, mijn lepel naar de mond brengen en niet andersom en ik zou hopjesvla hebben omdat je daar zo van houdt en na het eten drinken we verse koffie. Bij het weggaan zou ik je jas van de gang halen, even blijven staan om aan de voering te ruiken; speculaasjes met pijptabak, de knoopjes tot aan je kin sluiten en iedere keer weer zou ik jouw jas willen zijn of dat jij de mijne bent. Marieke Rijneveld 1991 Gepubliceerd in Meandermagazine op 27 december 2012 in de rubriek Dichters Gedichten |