GASTRONOMIE. Ik ben gezond en springlevend , En heb een fiksche maag; En lekker eten en drinken , Dat doe ik altijd graag . 'k Heb ' t tweede tiental jaren Nog niet ten eind gebragt ; Ik groei niet meer in lengte , Maar 'k groei nog in dikte en kracht. En daar ik aan mijn corpus Bijzonder veel zorg besteed , 200 spreekt het , dunkt me , van zelf wel Dat ' k gaarne stevig eet. Mijn liefste spijzen zijn : wildbraad, Gevogelte , een ossenrib , Een kalfsborst of een biefstuk , Of een malsche jonge kip. ' k Houd ook van ham met eijeren , Gebakken in de pan ; Maar jammer is 't , dat mijn maag die Zoo slecht verdragen kan. Ik ben geen hartstogtlijk beminnaar Van 't edele druivennat ; Maar soms , voor mijn dierbre gezondheid Drink ik toch een glaasjen of wat. En als ik eenmaal wijn drink , Dan heb ik graag goeden wijn . Liefst drink ik dan Cantemerle Of Bourgogne Chambertin. Want ziet ge , ' t is voor mijn gezondheld , Dat ' k stevig drink en eet ; En weet , dat ' k aan mijn corpus Bijzonder veel zorg besteed. De jaren onzer jonkheid , Vol wilde Jugendkraft, Ze dulden niet , dat de maag in Ons ligchaam van honger blaft. Maar als de last der jaren Mij eens de schouders praamt, Dan weet ik dat lekker eten En drinken me niet meer betaamt. Dus , als ik rheumatisch - grommig En jichtig -vervelend word , Dan eet ik Revalenta En kleemsche havergort . D. Houtkamp Gastronomie’ in Almanak voor Hollandsche blijgeestigen, voor het jaar 1862 (Schoonhoven, S.E. van Nooten, 1861) |