|
Geessel der dronkenschap
Wat werkt de drank in ’t volk al kluchtige gebaarden!
Hoe kan een reedlyk hart door dronkenschap ontaarden!
Wat brengt zy vruchten voort, verscheide van natuur!
Zy slypt de wapens voor de gramschap; stookt een vuur
Van twist en tweedragt in de menschelyke zinnen.
Z’ontsluit het hart, en laat de vuile driften binnen.
Zy spreidt de lustkoets voor d’onkuischeit, die de ziel
En ’t lichaam smet, gelyk een roerelooze kiel,
Door stormen op de zee geslingert heen en weder,
Dan aan de wolken ryst, of stort ten afgrondt neder,
Totze eindlyk, op een klip geslingert, barst van een:
Zo kruist een dronkert op de golven hier beneên,
Tot zyn verzwakte kiel, ontbloot van ’t roer der reden,
Op bank of klip vergaat van ongebonde zeden.
Lukas Rotgans 1653 - 1710
Uit: Boerekermis 1708
|