Gestoofde Padda Ou Vanduin krijg een groot padda in zijn tuin, Ou Piet Malan het die padda gavang, Ou Jaap Burger het die padda verwurre, Daantje van Pa wordt bang, hij het weg geja. Maar Ou Jan Bleek Geef die padda een goeije steek, En ou Mr. Rood Slaat hem toen verder dood. Zo het hul die arme dier, Gemoor en geknouw, En na zijn dood Nog een groot vergadering gehou. Maar raai wat zeg ou Mrs. Steijn? Men kan padda vlijs niet eten, het is onrein. Maar ou Mr. Kellerman, Zeg dat men daarom padda vlijs eten kan. Raai wat zeg lange Nikker? Van padda vlijs wordt men al dikker. Zo het ou Mrs. Kraai een stukje gebraai, En ou Pieter Hoofd het een stukje gestoof. En ou Pieter Makort Krijg meer als de helft op zijn bord. En ou Auntie Kijt, Eet te veel toen krijg zij spijt. G.M.A. Hahnekom. Uit: Een rijmboek 1888 Bron: De Afrikaanse poëzie in 1000 en enige gedichten. Gerrit Komrij. Bert Bakker 1999 |